Folder van de week

Lean Maclean

Stap voor stap slokt satanische metalmuziek hem op. Totdat Lean Macleane tijdens een tv-uitzending een stukje uit een preek van een bevindelijke predikant hoort. De documentaire spot met het Woord, maar de duivel verliest. „Het behaagde God om een pijl te schieten in het hart van een grote vijand."


Lean Maclean: „Daar zat ik in mijn shirt met daarop een Engelse tekst over een kribbe met vuilnis

Nog steeds kan hij het nauwelijks bevatten. Lean Macleane (31) waarschuwt de laatste jaren reformatorische jongeren tegen de gevaren van popmuziek. De muziek waar hij vroeger zo druk mee was.

„Uit een onderzoek blijkt dat de groep jongeren uit de reformatorische kerken die in aanraking komt met metalmuziek niet zo groot is, maar het gaat ook om andere vormen van muziek. En niet alleen dat, want we hebben allemaal onze eigen zonden en verslavingen. Met computerspelletjes, porno, roddelen, noem maar op. De duivel heeft voor iedereen wel wat. Hij heeft zijn pijlen op de jeugd gericht, zeker op de groep die onder de prediking van Wet en Evangelie leeft."

Macleane - de naam komt vaker voor in de Vijfheerenlanden en is van Schotse oorsprong - vertelt enigszins aarzelend zijn levensgeschiedenis. Hij woont sinds enkele jaren in Leerbroek en is daar met zijn vrouw Regineke (26) aangesloten bij de Hersteld Hervormde Gemeente. Ze trouwden in 2006 en hebben een jongetje van 2,5 jaar oud. Twee maanden geleden werd in het gezinnetje een meisje geboren. Hij loopt naar de kast in de woonkamer en toont trots de geboortekaartjes van Gerson en Nelène.

Pinkpop
Lean groeit op in een gereformeerd gezin in Waardenburg. „Meestal gingen we op zondag één keer naar de kerk. 's Avonds. Je was er niet echt mee bezig en druk met allerlei dingen van de wereld. Muziek, televisie, voetbal en uitgaan."
Al jong ontwikkelt hij een voorliefde voor popmuziek. „Dat begon toen ik een jaar of tien was. Ik kende al snel alle hits uit mijn hoofd, nam veel muziek op, hield alle veranderingen bij en bracht in de loop van de jaren een grote verzameling cd's bij elkaar."

Het urenlang luisteren naar muziek had geen merkbare invloed op zijn schoolresultaten, want Lean werd na de eerste klas van de mavo in Zaltbommel overgeplaatst naar klas 2 van de havo in Gorcum en een jaar later naar klas 3 van het vwo.
„Als ik op vrijdagmiddag om kwart over drie uit school kwam, luisterde ik al op de fiets, want dan hoefde ik niets te missen van de top veertig die dan werd uitgezonden." Hiphop, house en hardcore, Macleane blijft overal goed van op de hoogte. Via een neef komt hij uiteindelijk in aanraking met de wereld van de metalmuziek. Hij bezoekt festivals als Pinkpop en Dynamo Open Air.

„Achtereenvolgens death, black en vikingmetal. Ik bestelde cd's en kocht shirts. Daarmee legde je contacten. Toen ik de hts in Eindhoven volgde, zag je aan de kleding wie je vrienden waren."

Satanische symbolen
De muziek slokt je op, zet zich vast in je hoofd en je raakt het nooit meer kwijt, benadrukt Macleane. Met vrienden en zijn twee jaar jongere broer gaat hij naar disco's en speciale uitgaansgelegenheden waar metalbands optreden. Tot ontsteltenis van hun ouders, die hun zoons steeds meer zien verdwijnen in de occulte wereld van de metalmuziek. „Ik hield van snel. Bij house gaat het tot 300 beats per minuut, bij metal wel tot 600. Dat maakt iets in je los, het doet wat met het adrenalinegehalte."

De gereformeerde jongen merkt wel dat de metalwereld sterk is doordrenkt van antichristelijke symbolen en satanische voorkeuren. „De liedjes zijn vaak een aanbidding van de satan, maar je gaat er ongemerkt in mee. In het begin had ik moeite als ik een omgekeerd kruis zag en verwijzingen naar kwade geesten. Sommige symbolen worden in een bedekte vorm getoond. Het gaat stap voor stap, grenzenverleggend. Zo werkt de duivel, in de muziek en daarbuiten. Kijk maar in de politiek, bij onderwerpen als abortus en euthanasie. Het begint heel voorzichtig en het wordt steeds minder een omstreden onderwerp."

Zwartekousendorp
De ommekeer komt in oktober 1999. Lean is dan 21 jaar. Het staat in zijn geheugen gegrift. „Er was op tv een documentaire over Opheusden, door maker Pieter Gilissen als zwartekousendorp omschreven, met de titel 'Waar de worm niet sterft'. De documentaire werd voor een deel gevuld met reacties van gefrustreerde kerkverlaters. Tussendoor werden fragmenten ten gehore gebracht van een preek van ds. J. Karens, die toen in die plaats predikant was, bedoeld om de rariteiten van de reformatorische kring te benadrukken. Voor de allereerste keer hoorde ik van de toorn van God over een onbekeerde zondaar. Mijn wereld stortte in. Daar zat ik in mijn shirt met daarop een Engelse tekst over een kribbe met vuilnis. Ik zou verloren gaan."

Macleane weet zich geen raad. „In de gereformeerde kerk moest je geloven dat je gelooft. Ik kon het daar echter niet meer uithouden. Ik was onbekeerd. Ik ben toen mijn leven gaan verbeteren. Gaan dan alle cd's de deur uit? Nee, ik ging op mijn manier afbouwen. De allerergste bracht ik in dozen bij mijn oma in Haaften. De rest was in mijn ogen minder slecht, die legde ik thuis op zolder. Op vijf na, dan had ik nog wat over. Maar na enige tijd wisselde ik die om voor vijf andere. Zo kon ik de zonde vasthouden."

Institutie
Hij had er echter geen vrede mee. „Ik praatte vaak met een buurmeisje dat bij de Gereformeerde Gemeente van Geldermalsen kerkte. Ik ben een tijd met haar meegegaan. De eerste keer was dat de schok van mijn leven. Ik hoorde voor de eerste maal een bekeerde dominee en dacht dat bijna iedereen in de kerk ook bekeerd was."

Zo begint zijn zoektocht in de gereformeerde gezindte, nog versterkt door een auto-ongeval in die tijd. „Ik raakte van de weg en zag dat ik tegen een boom zou eindigen. 'Nu rijd ik de hel in', ging het in een flits door me heen. Ik werd wonderwel door God gespaard."

Macleane belt na het ongeval met de hervormde predikant ds. A. Goedvree, die hij via zijn grootouders kent. „Hij kwam naar me toe en ik deed mijn verhaal over het ongeval en over de strijd met de metalmuziek. Hij vroeg mij: 'Wat wil je nu eigenlijk?' Ik antwoordde een gebed tot de Heere: Geef me Jezus of ik sterf. Met hem heb ik alle cd's weggedaan, ook die bij mijn oma waren opgeslagen. Onderweg stopte hij bij een boekwinkel, liep naar binnen en kwam weer naar buiten met in zijn hand de Institutie van Calvijn. Die kreeg ik."

Vier weekdiensten
Een jarenlange zoektocht begint. Lean Macleane ontdekt dat ook in de reformatorische kerken leerverschillen en veel vormendienst voorkomen. „Waar is de waarheid en hoe word ik bekeerd? dat was steeds mijn vraag."

Hij ziet voor de eerste maal de donderdagbijlage van het Reformatorisch Dagblad en verwondert zich over allerlei kerkverbanden en de veelheid van weekdiensten. Hij bezoekt alle kerkverbanden in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. „Zondags ging ik drie keer en ik bezocht soms wel drie tot vier weekdiensten in de wijde omgeving. Vaak sprak ik met mijn buurmeisjes. Ik heb ook veel steun gehad aan een oude vriend van mijn opa, die op zijn 76e tot bekering kwam. Als het voor hem kan, kan het ook voor mij, dacht ik. Hij is nu 86 en ik bezoek hem nog iedere zaterdagmiddag. Dan lezen we samen en spreken we over de dingen van de eeuwigheid. Als ik naar hem toe ga, kom ik langs het voetbalveld. Jarenlang heb ik daar gestaan, tussen de grofste vloeken."

Hij leest boeken van Van der Groe, Joseph Alleine, Thomas Watson en Thomas Shephard. „Die boeken van Shephard, daar ben ik doorheen gekropen. Dat was niet gemakkelijk. Zalig worden werd onmogelijk. Sion zal door recht verlost worden, dat moest ik zielsbevindelijk leren, maar als je ermiddenin zit, lijkt het meer naar de hel te gaan dan naar de hemel. De duivel zei: Stop er maar mee. Mijn hart zei: Stop er maar mee. Ik ondervond dat mijn overtuiging, mijn tranen, mijn kerkgang, mijn zoeken en mijn strijd me niet konden zalig maken.

Tot het moment dat ds. A. Kot hier in Leerbroek kwam preken. Ik had eerst geen kracht meer om te gaan. Is er niets beters? dacht ik. Ik ben toch gaan luisteren. Hij preekte over Johannes 6 vers 37: 'Al wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.' Toen kwam de Heere over en zag ik dat ik alleen door het bloed van de Heere Jezus zalig kon worden. Christus kwam Zich aan mijn ziel te openbaren."

Macleane is op dat moment korte tijd getrouwd. Zijn vrouw behoort tot de Hersteld Hervormde Gemeente van Leerbroek, de plaats waar ze in 2006 gaan wonen. „Ze had me gevraagd om er op belijdeniscatechisatie te gaan, maar ik wilde me liever niet binden en hield de mogelijkheid open om me bij een oud gereformeerde gemeente of gereformeerde gemeente in Nederland aan te sluiten. Pas tijdens het belijdenisgesprek viel het voor mij open dat de Heere me hier wilde plaatsen."


"Je glijdt ongemerkt de popmuziek in en raakt die niet meer kwijt

Vriendenkring
Hoewel zijn ouders blij zijn dat Lean de metalscene verlaat, tonen zij zich niet in alle opzichten verheugd over zijn verandering en zijn zoektocht. „Vooral mijn vader had er moeite mee, omdat ik doorsloeg naar de andere kant, doordat ik alleen met geestelijke dingen bezig was en de rest als het ware verfoeide. Mijn broer en moeder hadden het tv-programma ook gezien en waren daar eveneens door getroffen. Later is mijn moeder overgegaan naar de Hervormde Gemeente van Haaften. Mijn broer heeft de metalmuziek verlaten en kerkt daar nu ook."

Zijn vriendenkring raakt hij kwijt. „Dat ging vrij snel. Op een gegeven moment waarschuwde ik in de disco mijn vrienden. Terwijl ik daar zelf ook nog was. Maar zij waren er niet vatbaar voor. God is liefde, zo is de heersende opvatting in gereformeerde kringen. De Heere heeft me later wel andere vrienden gegeven." Hij is even stil. „Het dienen van de Heere is een heel wat beter leven dan het dienen van de duivel. De dienst van de duivel is een harde dienst, die van God en liefdedienst."

Ouderprobleem
Op verzoek van een hervormde kandidaat uit zijn gemeente houdt Lean een lezing voor een groep reformatorische catechisanten over de gevaren van popmuziek. „Daarna ben ik door anderen gevraagd, dat gaat vanzelf. Vorig jaar heb ik twee keer mijn verhaal gedaan voor een Kom-Ookgroep en voor verschillende groepen catechisanten op Urk heb ik drie keer wat mogen vertellen. Enkele keren heb ik op een school een lezing gehouden."

De verkoper binnendienst bij een bedrijf in lawaaibeheersing zit er niet op te wachten om voor een groep zijn verhaal te doen, maar gaat het evenmin uit de weg. „Want je glijdt ongemerkt de popmuziek in en raakt die niet meer kwijt. Als ik nu die muziek maar één seconde hoor, veert het in mijn binnenste alweer op. De jeugd moet weten wat de listen van de duivel zijn, maar ook dat God nog jongeren trekt uit de duisternis. Ten diepste is het afglijden van de jeugd een ouderprobleem. Ik denk dat dit komt omdat zij de geur van Christus niet hebben verspreid of een leven leiden waarin doordeweeks alles mag en kan. Daardoor is de jeugd zo vatbaar voor wereldgelijkvormigheid. Ik kom vaak jongeren tegen die zich verschuilen achter de gedachte dat 'ze toch onbekeerd zijn'. En vervolgens zou alles mogen. Maar je mag toch niet onbekeerd zijn?"