Folder van de week

Een brief voor jou

Vriend / Vriendin,

Ik geef je een brief. Het is een brief geschreven door een hele jonge dominee (22 jaar). Hij schreef de brief aan een jongen die zijn ouderlijk huis verliet en het uitgaansleven was ingetrokken. Misschien herken je jezelf! Hij was met deze jongen begaan. Wij zijn ook begaan met jou en hopen dat je even de tijd wilt nemen om deze brief eens rustig te lezen…..

 

Waarde G,

" Je zult wel verwonderd zijn een brief van mij te ontvangen. Ik heb al vaak met de gedachte gespeeld kennis met je te maken, maar in deze uitgestrekte gemeente is het vrijwel onmogelijk een goed contact te leggen met iedereen met wie ik dat graag zou willen. Nu heb je het ouderlijk huis verlaten en sta je niet langer onder mijn toezicht.

Toch volgen mijn wensen je en nu ik niet meer tot je kan spreken, neem ik dit middel te baat om je mijn gedachten mee te delen. Ik weet niet hoe je mij ziet: Als een ernstige, sombere geestelijke of als iemand die je vriend en metgezel zou kunnen zijn.

Het is nog maar zo kort geleden dat ik even oud was als jij en plezier had in de dingen waarmee jij je nu vermaakt en de boeken las die jij nu leest, dat ik mijzelf nooit anders dan als een jonge man kan beschouwen. Dit is een van de voornaamste redenen waarom ik je schrijf. Hetzelfde jeugdige bloed dat in jouw aderen stroomt, vloeit ook de mijne en dezelfde bruisende hartstochten die in jouw hart wonen, leven ook in mijn gemoed.

Daarom probeer ik zeker niet je over te halen tot iets wat niet bij je leeftijd past, als ik probeer je te bewegen met mij tot één Zaligmaker te komen en het overige deel van je leven door de Geest van God ten einde te brengen. Ik ben geen oude, grijze man, want dan zou je alles wat ik nu tot je zeg kunnen beantwoorden door mij eraan te herinneren dat je nog een jonge man bent. Nee!, ik ben net zo’n vrolijke jongeling als jij en ik houd evenveel van het leven en geluk als jij! Ik beklim nog net zo graag als jij de top van de hoogste bergen om alles te zien wat het oog maar kan zien. Een andere reden die mij heeft bewogen te schrijven, beste vriend, is dat ik bij ervaring het gemis heb leren kennen van een vriend die mij raad kan geven en die mij terecht kan wijzen. Ik had een broer zoals jij en die heeft me veel dingen geleerd. Hij heeft me een Bijbel gegeven en me dringend aangeraden daar in te lezen. Hij heeft geprobeerd met te leiden zoals de tuinman de takken van de appelboom langs de muur leidt, maar alles tevergeefs.

Ik vond mezelf veel wijzer dan hij en wilde altijd mijn eigen weg gaan. Ik herinner mij nog goed, hoe ik hem vaak in zijn Bijbel zag lezen of zijn kamer sluiten om zich tot het gebed af te zonderen, terwijl ik mij gereed maakte om naar de een of andere vrolijke uitgaansgelegenheid, of bar, of disco te gaan. Welnu, deze dierbare vriend en broer stierf, en ofschoon zijn door een diepere indruk op mij heeft gemaakt dan zijn leven ooit heeft gedaan, heb ik toch goed gevoeld hoe treurig het is als je geen vriend hebt. Ik bedoel daarmee niet, dat ik geen kennissen of vrienden had, want die had ik veel, maar ik had geen vriend die met mij sprak over het bloed van Christus, dat van alle zonden reinigt.

Ik had niemand die met mij sprak over de Heilige Geest Die zo bereidwillig is om ons hart te vernieuwen en ons onze hartstochten te leren overwinnen. Ik had geen leraar die mij bij de hand nam en zij: "Kom met mij en het zal u welgaan". Ja, ik had een vriend en leraar, maar dat was Jezus zelf en Hij leidde mij op een zodanige wijze, die maakt dat ik Hem, en Hem alleen, alle lof en dank daarvoor toebreng. Hoewel Jezus dit nu nog doen kan, behaagt het Hem meer zich gewoonlijk door middel van mensen te bedienen. Hoe gelukkig zou ik zijn, als ik voor jou zo’n leidsman zou mogen zijn. Het enige wat ik wil zijn, is een wegwijzer die je het rechte pad wijst. Zie, wat ik zelf zo nodig had, behoef jij niet te missen, tenzij je dat zelf wil.

Zeg mij, waarde vriend, zou je je dagelijkse werk minder vrolijk uitvoeren en je dagelijkse brood met minder vreugde eten en minder gerust gaan slapen als je zonden zouden zijn vergeten? Dat wil zeggen: Als al je zondige gedachten en daden, je leugens, zondagsontheiliging, dronkenschap en uitspattingen, je s

chuine taal allemaal uit Gods gedenkboek zouden zijn uitgewist? Denk je dat je daardoor ongelukkig zou worden?

Dat durf jij niet te zeggen. Maar zou de vergeving van zonden je gelukkiger maken dan je nu bent? Wellicht zul je me antwoordden dat je in je tegenwoordige toestand ook heel gelukkig bent. Ik geloof het direct, want ik weet dat ik ook heel gelukkig was, hoewel mijn zonden niet waren vergeven. Ik weet dat ik in veel van mijn zonden, veel genoegen vond, bijvoorbeeld in het ontheiligen van Gods dag. Wat heb ik op de dag van de Heere veel zonden gedaan. Ik denk dat er weinig jongens gelukkiger waren dan ik in mijn onbekeerde toestand was. Geen zorgen drukten mij terneer, geen tranen drongen in mijn ogen, tenzij dan bij het lezen bij een of andere aandoenlijke roman.

Daarom weet ik zo goed dat je de waarheid spreekt, als je zeg dat je gelukkig bent zoals je nu leeft. Het droevigste van alles is echter dat je gelukkig kunt zijn, terwijl je een kind van de toorn bent en dat je je kunt verheugen, eten, drinken, uitgaan, vrolijk zijn en gerust slapen, terwijl je nog deze zelfde dag je ogen kunt opendoen in de hel. Gelukkig zijn zonder de vergeving van de zonden te hebben verkregen? Wat is dat een vreselijk geluk!!!

"….." Ja, je kunt op deze wijze zeer gelukkig zijn, tot je dood toe, maar als je uit van de rampzaligen daarop terugziet zul je moeten erkennen dat het een droevig geluk is geweest. Wil je dan niet geloven dat het je gelukkiger zou maken als je vergeving van je zonden zou hebben ontvangen en met de gerechtigheid van Jezus zou zijn bekleed en zou kunnen zeggen: De toorn van God is van mij afgewend? "……"

Deze vergeving van zonden kan reeds nu je deel worden. Die haar ontvangen wordt ze niet gegeven, omdat zij minder goddeloos zijn dan anderen. Zij wordt alleen gegeven aan degenen die, omdat zij voelen dat hun zonden een vloek over hen hebben gebracht, waarvan zij zichzelf niet kunnen verlossen, op Jezus zien, als het Lam Gods, Dat de vloek van onze zonden wegdraagt. Welnu, mij lieve vriend, het was niet mijn bedoeling je te vervelen. Als je slechts een beetje op mij lijkt, heb je waarschijnlijk tijdens het lezen van deze brief al zitten geeuwen.

Als de Heere echter naar Zijn genade met je handelt en je jeugdig hart beweegt, zoals ik bid dat Hij zal doen, en je leert te verlangen naar de vergeving van je zonden en om een kind van God gemaakt te worden, dan zul je mij niet ten kwade duiden wat ik je in grote haast heb geschreven. Omdat dit de eerste keer is dat je het ouderlijk huis hebt verlaten, heb je wellicht nog niet geleerd brieven te schrijven, maar als je dat wel hebt geleerd dan hoor ik graag van je, hoe je het daar maakt en welke indrukken je in je voelt. Als bepaalde moeilijke bijbelgedeelten je in verwarring brengen, dan zal ik doen wat in mijn vermogen is om die op te lossen. Natuurlijk lees je regelmatig in je Bijbel, maar probeer ook te begrijpen wat je leest, en wat nog belangrijker is, probeer de betekenis en de waarde ervan te voelen.

Leg dan de opengeslagen Bijbel op de stoel voor je, buig ervoor en bid: O, Heere, geeft dat de zegen van Uw Woord aan mij vervuld mag worden! Dat is de beste manier om de zin de Bijbel te begrijpen en biddend te leren. Belijd in het gebed de zonden die je in de afgelopen dag hebben aangekleefd en noem ze een voor een bij naam. Bid voor je vrienden en zeker ook voor je vader en moeder. Als je van hen houdt, zul je zeker ook bidden voor het heil van hun zielen. Doe het regelmatig. Als je in oprechtheid voor anderen bidt, zul je daardoor ook leren voor jezelf te bidden. Mijn tijd laat mij niet toe langer te schrijven.

Vaarwel, waarde vriend, hartelijke groeten, je oprechte vriend Robert M. McCheyne

 

(Ds. R.B.M. McCheyne was dominee in Schotland en werd slechts 29jaar oud. Deze brief is in 1836 geschreven, maar nog altijd zeer actueel)